Welkom bij Zonnewende!

Mijn naam is Marieke van Leijen en ik wil je inspireren en bemoedigen op je levensweg. Door inzicht te geven in het vermoedelijke 'waarom' van het leven en door handvatten te geven voor het omgaan met wat je tegenkomt. Dat doe ik door lezingen te geven en blogs te schrijven. Alle informatie daarover vind je hier op deze website.

In de geschiedenis van de mensheid, zoals beschreven in de grote religies, esoterie, gnosis, in vele mythen en sagen, gaat het telkens weer om hetzelfde: de liefde ontwikkelen. Door vele levens heen, met ups en downs en in gevecht met tegenkrachten. Je krijgt steeds dingen op je pad die je de kans geven om te groeien. De grote uitdaging voor velen van ons is om alles wat ons overkomt te zien als een kans, als een mogelijkheid om je te ontwikkelen.

Van oudsher hadden alle grote religies een uiterlijke en een innerlijke stroom. De uiterlijke, exoterische kant was voor het 'gewone volk' en werd bepaald door de leiders. Wetten en regels hielden de mensen op het rechte pad. Er werd voor hen bepaald wat goed en fout was. De esoterische stroom was voor ingewijden en alleen weggelegd voor enkelingen. Dit was de weg van het innerlijk weten, van de weg naar binnen en het vinden van de waarheid binnen in jezelf. Deze weg werd onderwezen in mysteriescholen.

Van Jezus Christus wordt verteld dat hij kwam om de inwijdingsweg openbaar toegankelijk te maken voor iedereen. Hij maakte een einde aan de geheimen door inwijdingen in het openbaar te voltrekken. De verhalen van de jongeling van Nain, het dochtertje van Jaïrus en van de opwekking van Lazarus zouden inwijdingen zijn geweest. Dit vertelde Rudolf Steiner, grondlegger van de antroposofie, een belangrijke inspiratiebron voor mij.

Sindsdien zijn de geheime mysteriescholen langzaamaan verdwenen. De esoterische stromingen werden meer en meer openbaar, al werden de volgelingen in het Christendom wel eeuwenlang vervolgd, zoals de Katharen, Bogomielen en Tempeliers. Esoterische stromingen van andere religies zijn bijvoorbeeld de Kabbala bij de Joden en bij de Islam de Soefi-beweging. Ook de leer van Boedha gaat in essentie over de weg naar binnen, over innerlijke transformatie.

Ik ben opgegroeid in de Christelijke traditie in een vrijzinnig milieu. Ik heb niet geleden aan de kerk of me verveeld, maar heb deze ervaren als een inspiratiebron, vooral door de muziek. Als gevolg daarvan put ik vaak uit Christelijke bronnen. Ik weet mij echter op de achtergrond gesteund door alle grote religies, mythen en sagen uit oude tradities die in essentie steeds een consistent verhaal vertellen over waar we vandaan komen en waar we naar op weg zijn.

Op deze website vind je columns en artikelen die eerder gepubliceerd zijn in Wijs, magazine van de Oecumenische Janskerkgemeente. En je vindt er de aankondiging van mijn lezingen. Hieronder staan alvast de laatste vier columns.
door Marieke van Leijen 01 okt., 2020
Wellicht zijn alle draken in ons leven Uiteindelijk prinsessen Die er, in angst en beven Slechts naar haken Ons eenmaal dapper en schoon te zien ontwaken Wellicht is alles wat er aan verschrikking leeft In diepste wezen wel niets anders dan iets wat onze liefde nodig heeft - Rainer Maria Rilke De overgang van zomer naar herfst beleef ik vaak als veel moeilijker dan die van lente naar zomer of van herfst naar winter. Eigenlijk wil ik liever in de zomer blijven. In het luchtige vrije vakantiegevoel. Het is alsof het klimaat in de herfst ons ‘dwingt’ om naar binnen te gaan. Letterlijk, maar ook figuurlijk. Naar binnen keren en ons weer verbinden met dat wat ín ons voorbij komt aan storm en regen. Zoiets voel je vaak sterker als het buiten niet meer zo licht en zonnig is. De herfst vraagt ons om de overgang te maken naar het donkere deel van het jaar. Zodat we de kans krijgen om weer bewust te worden van het licht in onszelf. Nu ben ik allergisch voor dwang dus mijn eerste neiging aan het einde van de zomer is ontkenning. Ik doe zo lang mogelijk alsof er niets aan de hand is. Pas als ik mijn neus stoot kom ik met een klap weer op de grond en word overvallen door bijvoorbeeld de drukte van mijn agenda. Dit patroon zie ik al een tijdje bij mijzelf maar het is hardnekkig. Dit jaar heb ik me voorgenomen om bewust te blijven. Ik laat mezelf niet meer zo ver wegdrijven in de zomer en blijf in contact met de taken en verantwoordelijkheden die ik daarna weer heb op te pakken. En ik blijf voelen wat dat met mij doet. Dat voelen is belangrijk want wat er na de ontkenning op kan komen is verzet. Ik wíl niet. Ik voel dan een soort halsstarrigheid die mij het liefst wil doen vergeten dat we nu eenmaal leven om te groeien. Waardoor ik niet meer zie hoe vervullend het is om wél mee te bewegen, te groeien en stappen te zetten in mijn ontwikkeling. Telkens opnieuw vraagt het om het oude los te laten en me over te geven aan wat er op mijn pad komt. Dat vind ik eng, daar ben ik bang voor. Mijn ego voelt vertrouwd, mijn gedachten en gedragspatronen die ik al mijn hele leven met mij meedraag en die ooit functioneel zijn geweest, laat ik niet graag los. Daar is moed voor nodig en inzicht. De enige reden dat het mij tot nu toe telkens weer is gelukt om me toch over te geven, is dat ik ten diepste voel dat dit de weg is die ieder mens gaat én dat er hulp is en inspiratie. Dat ik er niet alleen voor sta, ook al kan dat wel zo voelen. In de herfst komt die inspiratie voor mij van de aartsengel Michael. Hij wordt vaak afgebeeld als een krachtig figuur met het zwaard in de hand en zijn voet op een draak. Zijn aardse representant is Sint Joris en zijn verhaal gaat zo: er was eens een stad waar aan de rand in een meer een grote draak leefde. Deze draak kon alleen in bedwang worden gehouden door hem dagelijks twee schapen te offeren. Maar de schapen raakten op en de draak eiste vanaf dat moment iedere dag een jonge vrouw. Telkens wees het lot aan wie van de vrouwen uit de stad het slachtoffer zou worden. Op een dag echter wees het lot op de dochter van de koning. Grote consternatie ontstond, maar er zat niets anders op dan ook de prinses te offeren. Zij begaf zich naar het meer. Maar gelukkig: op het laatste moment kwam, tot grote opluchting van allen, ridder Joris uit het bos. Hij bond de strijd aan met de draak, versloeg hem en redde het leven van de prinses. Een andere bron waarin we de aartsengel Michael vinden is in de Apokalyps, het boek Openbaring uit de Bijbel, geschreven door Johannes de Evangelist. Ook daarin vecht Michael met een draak en werpt hem uit de hemelsferen op de aarde. Zo kregen wij er op aarde een grote uitdaging bij. Want die draak, wat moeten wij daarmee? Wat doet die draak en hoe herkennen wij hem? En kan het beeld van Michael met de weegschaal ons daarbij helpen? Het antwoord wordt afgebeeld door de weegschaal in Michaels hand. Daarmee lijkt hij ons te willen zeggen: overweeg, wees bewust. Wees je bewust van je daden, je gevoelens en gedachten en zoek naar evenwicht. De grote vraag is echter vaak: hoe doe je dat? De draak staat voor de tegenkracht van Christus die Ahriman wordt genoemd, de satan in de Bijbel. Ahriman heeft als taak om te zorgen dat wij afgesneden blijven van de geestelijke wereld en ons richten op de materie. Waar dat vóór de komst van Christus echt de bedoeling was, is dat nu achterhaald en zelfs schadelijk. Geestelijke vermogens als creativiteit, gevoelsontwikkeling en de ontwikkeling van het hart, worden allemaal tegengewerkt. Deze tegenkracht stuurt impulsen de wereld in die onder andere angst veroorzaken. Angst zorgt voor bewustzijnsvernauwing en daardoor voor problemen. Angst vertelt je dat er gevaar is. En als je dat denkt gaat ál je aandacht daar naartoe en let je niet meer op je omgeving. Want je moet je ‘leven’ redden. In onze westerse wereld is er zelden nog sprake van directe levensbedreiging. Zelfs als er, zoals nu in de wereld aan de hand is, een ziekte dreigt, hebben we er meer aan als we zonder stress rustig overdenken wat we het beste kunnen doen. Als we de tijd nemen om de consequenties van bepaalde maatregelen te overzien. Dat hoeft niet lang te duren. Maar als de stress door je lichaam gaat, voelt het alsof je nú iets moet doen en dan neem je die tijd niet. Soms kom je er dan later achter dat je beter iets anders had kunnen doen. Dat dit zo werkt in ons, dat Ahriman grip kan krijgen op onze angsten en dat ons bewustzijn zich vernauwt, heeft te maken met onze ontwikkeling. Stel je maar eens een kleine baby voor. Die bevindt zich in een staat van zijn waarin zij, voor álles wat zij nodig heeft, is overgeleverd aan haar moeder. Als zij in haar wiegje ligt en huilt omdat ze honger heeft, maar haar moeder is bang dat ze haar zal verwennen omdat het nog geen tijd is voor de volgende voeding, dan kan ze niets doen. Ze kan niet naar de buren om eten te vragen, ze kan het zichzelf niet geven en ze heeft geen tijdsbesef. Dit laatste zorgt er voor dat de situatie in haar beleving eeuwig duurt. Ze weet immers niet of haar moeder ooit nog gaat komen? Daar is geen enkel uitzicht op, er is geen hoop. Dit maakt de situatie waarin dit kleine baby’tje zich bevindt, verpletterend, ja zelfs levensbedreigend als die tot haar bewustzijn zou doordringen. Om te overleven wordt deze gebeurtenis verdrongen. Maar het verdriet en de angst die ontstaan in die situatie worden onbewust meegenomen naar het latere leven. Als deze vrouw, eenmaal volwassen geworden, een situatie tegenkomt die in de verte lijkt op wat er vroeger is gebeurd, kan het zomaar zijn dat ze bang wordt. Zo kan voor deze vrouw een dreigende epidemie bijvoorbeeld een situatie zijn waarvan ze bang wordt doordat onbewust het beeld wordt opgeroepen van zich lichamelijk niet goed voelen, in bed liggen en afhankelijk zijn van de zorg van anderen. Onze hersenen nemen vaak niet nauwkeurig waar. Bij vermeend gevaar reageert ons systeem meteen. Deze vrouw weet niet dat het om iets gevaarlijks van vroeger gaat. Die gebeurtenis is verdrongen. En zo zal zij reageren op het heden, alsof dit het verleden is en het risico lopen om vanuit deze stress bijvoorbeeld dingen niet meer te doen die eigenlijk best kunnen en misschien zelfs juist gezond zijn, zoals naar buiten gaan en contact zoeken met anderen. Zij neemt dan beslissingen onbewust gebaseerd op het verleden in plaats van het heden. Dus zonder het heden te zien voor wat het werkelijk is. En dat zijn de draken waar wij in ons huidige leven last van kunnen hebben. De spoken uit ons verleden, die door Ahriman worden geraakt en die om bewustzijn vragen. Die er om vragen verlost te worden door er met liefde en compassie naar te kijken. En met moed. Want angst onder ogen zien voelt soms afschuwelijk. Tot je je overgeeft aan het verdriet dat daarachter zit. Dat oude verdriet dat we allemaal bij ons dragen. Dan komen heden en verleden met elkaar in het reine en krijgt elk zijn ware gewicht op de weegschaal van Michael. Dan wordt de draak overwonnen. De draak staat voor ons ego, die ons verleden verdringt. Vroeger was dat goed, hadden we ons ego nodig. Nu lijden wij daaronder. De ridder zijn wij zelf. Als we de moed opvatten om de draak in de ogen te kijken en te zien voor wat hij is transformeert hij en wordt de prinses, het Licht van Christus in ons, bevrijd.
door Marieke van Leijen 24 jan., 2020
Kerst, Pasen en Pinksteren zijn de drie grote Christelijke feesten waarbij we twee dagen vrij zijn. Is dat omdat ze zo belangrijk zijn? Maar waarom zijn juist deze feesten zo belangrijk? En hoe komt het eigenlijk dat ze alledrie plaatsvinden binnen een half jaar en dat er daarna als het ware een half jaar ‘niks’ is? Als je met een spirituele blik kijkt naar het jaarverloop in de natuur en je ziet de aarde als een levend wezen, dan is daar een mogelijk antwoord te vinden op bovenstaande vragen. Kerst valt vlak na de winterzonnewende op 21 december. Vanaf dat moment zou je kunnen zeggen dat de aarde gaat ‘uitademen’. Langzaam ontstaat in de aarde een beweging naar buiten toe doordat er weer leven ontstaat. Eerst diep van binnen beginnen de zaden te ontkiemen en wortels te maken. Gaandeweg komt er steeds meer leven naar buiten en in de lente ontstaat er uitbundige groei en bloei van bomen, planten en bloemen die doorgaat tot in juni. In die periode vallen de Christelijke feesten. En over deze periode wordt ook wel gesproken als die van de menswording van Christus. Van een klein kwetsbaar kindje waar alle hoop op is gevestigd ontwikkelt Jezus zich tot de mens die een gigantische taak op zich neemt: de verlossing van de wereld. Verlossing door transformatie. Verlossing door als eerste mens een weg te gaan die niemand nog gegaan is, maar waar wij wel allemaal toe zijn bestemd. Dat vieren wij in eerste instantie met Pasen: de opstanding uit de dood. De dood die door een mens wordt overwonnen. Een tijd geleden deed ik dit verhaal af als fantasie. De dood overwinnen? Dat is vast symbolisch bedoeld. Zoiets is voor ons gewone mensen echt niet mogelijk. Dat gelooft toch zeker niemand? Totdat ik erachter kwam dat de eerste Christenen waarschijnlijk leefden met het idee van reïncarnatie. En ook met het idee dat het hele project van leren opstaan uit de dood er één was waar vele miljarden jaren over werd gedaan, dus vele, vele levens. Toen begon ik het enigszins aannemelijk te vinden dat deze transformatie dan misschien voor ons in de verre toekomst ook mogelijk zou kunnen zijn. En dan wordt ook het volgende feest, Pinksteren, opeens heel bijzonder. Want daar zetten de leerlingen van Jezus de eerste stap voor gewone mensen op dezelfde bijzondere weg die hun leraar is gegaan. Daar ontvangen de apostelen de vlammende inspiratie van zijn Geest. Zijn vertrek, met Hemelvaart, had een innerlijk proces van loslaten op gang gebracht waardoor zij op eigen benen waren gaan staan. Benen die hen zelfstandig en op eigen kracht de wereld in moesten gaan dragen om het vuur van de liefde te verkondigen. Zij hadden een stap in hun ontwikkeling gezet. Er was een nieuwe weg geopend. En dat is waar de volgende helft van het jaar over gaat: de Christenwording van de mens. Het is nu aan ons om niet alleen de aardse vruchten van groei en bloei te gaan oogsten maar ook de geestelijke winst te gaan verwerken die de periode daarvoor ons heeft geschonken. De aarde gaat inademen. Wij kunnen met haar meebewegen en naar binnen keren. Dan is er in september eerst het minder bekende feest van Michael, gesymboliseerd door St. Joris die de draak (in zichzelf) overwint. Als daar een stap in is gezet, kunnen we het voorbeeld volgen van mensen als Sint-Maarten, die daadwerkelijk zijn naaste liefhad als zichzelf. En van Sint-Nicolaas die zijn bezittingen wegschenkt. Mensen die waren zoals wij maar die stappen zetten naar transformatie. Zij laten zien dat het mogelijk is de weg van Christus te volgen, ieder op zijn of haar eigen manier. Om door het duister naar het licht te gaan, dat met Kerst weer gaat schijnen.
door Marieke van Leijen 24 jan., 2020
Feesten als werkwoord klinkt uitbundig. Daar stel ik me allerlei wervelende situaties bij voor: geluid, beweging, de aandacht gericht naar buiten, op anderen en minder op jezelf. In tegenstelling daarmee zijn de feesten die we in december vieren juist meer naar binnen gekeerd. Meer gericht op het ontvangen van dat wat van buiten naar ons toekomt. De giften van Sint Maarten die een arme man zijn halve mantel schenkt, de pakjes van Sint Nicolaas die aan iedereen zijn bezit uitdeelt en ten slotte het kerstkind dat zichzelf schenkt aan de wereld. Deze gevende heiligen zijn voor velen een voorbeeld van naastenliefde. Hoe zou je als gewoon mens in je leven zo ver kunnen komen dat je dat kan? Dat je in staat bent om echt vanuit je hart, belangeloos iets te geven aan een ander? Dus niet omdat het moet of hoort, maar omdat je hart naar die ander uitgaat of omdat je het van binnenuit gewoon fijn vindt om dat te doen. Als spontane impuls. Ik denk dat iets op die manier kunnen geven misschien wel te maken heeft met of je ook in staat bent om een gift of geschenk te kunnen ontvangen. En dat het één niet zonder het ander kan bestaan. Want stel je maar eens voor dat je glimlacht naar iemand en de ander glimlacht niet terug. Dat is pijnlijk. Dat lijkt te betekenen dat die ander jouw glimlach niet kan ontvangen. En dus kan hij niet teruggeven. Ik denk dat het als mens belangrijk is om aan beide elementen in je leven aandacht te besteden. En misschien is het voor een deel van de mensheid wel nodig om eerst te oefenen in écht ontvangen van wat je krijgt. Want als je dat niet goed kan blijft het misschien ook wel moeilijk om te geven. Dan blijft er afstand naar de ander, dan komt er geen stroom van verbinding - dus van geven en ontvangen - tot stand. Echt ontvangen kan je doen door je eerst bewust te worden van dat je iets krijgt. En door dan het gevoel bij dit geschenk als het ware in te ademen. Door in je lichaam binnen te laten komen hoe het voelt om iets te krijgen van een ander. Iets voor jou. Zodat je wellicht daarna, vrijwillig, vanuit je gevoel, iets wil gaan teruggeven. Daardoor komt verbinding tot stand. Als dat wat jij geeft op zijn beurt weer wordt ontvangen door de ander komt er een uitwisseling van energie op gang die zich kan uitbreiden naar de rest van de wereld. Ik denk dat dit in essentie Liefde is.
Show More

De eerder geplande lezingen zijn  ivm met de corona maatregelen afgelast

AGENDA

    Share by: